Laatst gewijzigd: 15-09-2016 © Jan Ruiten
Christoffel werd op 11 november 1640 geboren als derde van zes kinderen uit huwelijk van Dirck Puytlinck en Beelke Kannegieters, alias Pauwelsen. In april 1671 werd Christoffel Puijtelinghs, de schildenaer, opgepakt als een van de oproerkraaiers in de Brugstraat. Hij zou een deserteur geholpen hebben te ontsnappen. Maar hij wist zich er goed uit te praten. Christoffel was toen weer enige tijd terug van zijn reis naar het verre Italië. Het zou nog een jaar duren alvorens de begenadigde schilder, toch al ruim 31 jaar oud, in het huwelijk trad. Niet alleen in de familie Puytlinck kwam de naam Christoffel, de stadspatroon, vaker voor. De kleine Stoffel werd vernoemd naar zijn grootvader van moeders kant, Stoffel Kannegieters. Zijn vader was omstreeks 1610 geboren als onwettige zoon van Gerard Puytlinck. Deze trouwde in 1614 in eerste huwelijk met Sibilla Hoeufft en in 1628 met Cecilia van Odenhoven. In mei 1654 vermaakte burgemeester Gerard Puytlinck een bunder akkerland nabij de Voogds windmolen aan Beelken Cannegieters, weduwe van de goudsmid Dirck Puytlinck, zijn gelegitimeerde zoon. (Hoofdgerecht 316-f.205.)
Beelcken Cannegieters, alias Pauwelsen (1608-1692), was een dochter van Stoffel Cannegieter en Catharina van Bracht. |
|
In januari 1651 kochten Christoffels ouders van de lct. Gerardt Cocx, auditeur aan het Hof van Gelder, voor 1800 florijnen een huis in de Neerstraat, pal naast De Marienborgh en aan de andere kant het huis van Areth Raemaeckers. (Nu is dat Neerstraat 31A.) Hier zou de jonge Christoffel dus nog enkele jaren gewoond hebben tot hij elders in de kost ging als (schilders)leerling. Hij hoeft natuurlijk nog niet meteen voor het beroep van schilder te hebben gekozen. (Hoofdgerecht 316-f.133.) In 1655 is sprake van een huis op de Dries, op naam van de erfgenamen van Dirck Puytlinckx. (NB. Diens halfbroer Theodorus Puijtlinck stierf eerst enkele jaren later.) Huis, hof en schuur waren afkomstig van zijn vader, burgemeester Puytlinck. Johan Puytlinck (1638-ca.1676*), de oudste zoon van Dirck en Beelcke, zou als goud- en zilversmid het werk van zijn vader voortzetten. Johan trouwde in 1667 met Maria Truijtwijn. Zij gingen naderhand wonen in hun huis op de Steenweg (nu nr. 3.), aangekocht in augustus 1675. (Hoofdgerecht 318-f.94.) (*Hij stierf tussen aug. 1675 en sept. 1677.) Christoffel trouwde in eerste huwelijk de 10e mei 1672 met Helena van der Coulen (*1642), dochter van Peter van der Coulen en Cornelia Borkelmans, bewoners van het huis d'Alde Waegh aan de Kraanpoort. In oktober 1682 trouwde hij onder huwelijkse voorwaarden met Helena Vossen (1654-1731), d.v. Gordt en Mechteld Vossen. Op voorhand had haar vader al een huwelijksgif van 100 rijksdaalders voor zijn dochter bestemd.
Uit de akten van het Hoofdgerecht blijkt niet, dat Christoffel een eigen huis heeft gehad. Aanvankelijk zal hij na thuiskomst weer bij zijn moeder in huis zijn gaan wonen. En mogelijk ook gedurende zijn huwelijk, maar het staat nergens gedocumenteerd. De weduwe Puytlinck, Beel Kannegieters, alias Pauwels, overleefde haar twee zoons. |
|
O |
Uit eerste huwelijk werden geboren de zoontjes Theodorus Eligius (1673) en Petrus Ignatius (1674). Uit het tweede huwelijk volgde Joannes Gerardus (1683). In oktober 1679 werd Christoffel aangesteld tot tienman van de gewandmakers en schilders. (Meestal werd volstaan met enkel de vermelding van de eerste beroepsgroep.)
In de vermeldingen her en der wordt het overlijden van de schilder Christoffel Puytlinck gedateerd "na 1671", "kort na 1679", of zelfs "1699". In het doopboek van 1683 en 1684 wordt hij nog genoemd als de peetvader van respectievelijk Stoffel Peters (dd. 10-11-1683) en Stoffel Pluym (dd. 8-9-1684). Bij het doorpluizen van het kasboek van de kathedrale en parochiale kerk, lezen we dat kort daarop zijn overlijden werd ingeschreven op 2 oktober 1684, te weten met 4 luien en "de kerkgerechtigheid van openen van het graf". Dit laatste geeft aan, dat hij in de kerk is begraven (in het familiegraf). Daarvoor werd 3 gulden en 10 stuivers extra gerekend om het graf te openen. Het familiegraf van de Puytlincs bevond zich overigens in de Minderbroederskerk. (GAR, Aanwinsten Maastricht (ongeordend): kasboek St. Christoffel 1684-1698.) |
"...den silveren wijewaeterspot..." Dezelfde als uit de nalatenschap van Beel Kannegieters? Nu in het Cuypershuis, Roermond. |
Dat hier de juiste datum niet was ingevuld, kwam naderhand in het proces tussen de weduwe en haar schoonmoeder opnieuw ter sprake. Beel Cannegieters verklaarde, dat het document weliswaar op de avond voor het huwelijk was opgemaakt, maar pas de volgende dag na de huwelijkssluiting werd ondertekend. Precies een jaar na het overlijden van Christoffel werd het proces dd. 5-10-1685 geopend door zijn weduwe Helena Vossen tegen de voogden van de voorkinderen en Sibilla Pauwels. De kwestie betrof het eenkind-making tussen de voor- en nakinderen van Christoffel, als zouden zij uit hetzelfde bed geboren zijn en dus gelijk zouden delen in de erfenis (van de grootouders). (Hoofdgerecht inv.nr. 176-1743.) Helena Vossen hertrouwde (1688) met wijnhandelaar Reijner Nijssen. Bij de doop van hun eerste kind Paulus Christoffel was ook Sibilla Paulissen aanwezig. De ruzie over de erfeniskwestie zal ondertussen geluwd zijn. Zij hielden herberg in hun huis Den Keyser, tegenover het Puytlinckshuis in de Neerstraat. Peter Ignatius Puytlinck, voorzoon uit eerste huwelijk van Christoffel en Helena van der Coulen, trouwde in 1699 met Aldegunda van Lin. |
rechts: |
|
De verwantschap met zijn "neef" Jan Frans Douven (1657-1727) is terug te voeren naar hun grootouders. In juni 1629 traden samen op als erfgenamen van hun vader Andries Kannegieter (alias Pauwelsen): Stoffer Kannegieters, de vader van Beel, en Jan Damerier als man van Charlotte Kannegieters. Zij waren op hun beurt de ouders van Liesbeth Dameriers, e.v. Gerard Doeven, en grootouders van J.F. Douven. In die tijd had het woord "neef" een ruimere betekenis. In het huidige taalgebruik is "achterneef" dus beter op z'n plaats. |
|
|
Rijksmuseum Amsterdam: |
Bonnefantenmuseum Maastricht: Museum Bredius, Den Haag: Cuypershuis Roermond: Residenz Munchen: Particuliere verzamelingen: |
|