EEN OUD ROERMONDS
LIEDEKE
Was het enkel bedoeld als een oud spotdicht? Had
de schrijver al een melodie in het hoofd? Werd hij gestoord in zijn
rijmelarij, of heeft hij zich bedacht en heeft hij het liedje daarom
niet afgemaakt. Naam en toenaam werden genoemd. Enkel een verzinsel
zal het dus wel niet geweest zijn. Maar wat dan wel? Hieronder de
aanzet van een oud Roermonds liedeke. Passend bij Jenneke Bres een
mooi Roermonds meisje uit de vroege 17e eeuw.
Hebben we hier te doen met Jenneke, de dochter
van burgemeester Hendrick Bres? De Jenneke Bres geboren in juni
1614? Dan moet het liedje omstreeks 1635 geschreven zijn. Toen was
genoemde kapitein Petit nog maar net weduwnaar uit eerste huwelijk.
Voor Jenneke luidden de huwelijksklokken beduidend later. Indien
het dezelfde Jenneke is tenminste. Niet meer zo jong, Jenneke Bres...
Een mooi Roermonds meiske... Jenneke Bres. Zij bracht de mannen
het hoofd op hol, ons Jenneke Bres...
Wie het wil, mag er de muziek bij bedenken...
Het liedje ligt verloren tussen oude
archiefstukken, vergeten in de donkere krochten van het gemeente archief...
Jenneke Bress, mooi meiske uit Roermond. (GAR,
Aanwinsten Maastricht.)
Wy wylt horen syngen
van vreuchden en nu lied
Al wat er in cortelinck is geschiet.
Ick salt U gaen verclaeren
Al van een moey meysken teer onsyn hou dat sije
is ghevaeren.
Des dochter is meet naemen
bennen Rurmundt wel bekent
Jenneken Bres is haeren naem
Wylt haer emandt spreecken
Capteyn Petit quaem aldaer aen al meet dye dochter
reden.
Doen sije nu langgen bye malcanderen
hadden ghestaen
Dees dochter spraeck meet groete vreis
Ick sye daer volck aencoemen,
Ick biedt U laet ons gaen in huys soe en hoev y
nyet te schroemen.
Daer dese dochter vor bevreist
was waeren al haer serviteurs
Sye meynden haer in eer en deucht
Wat sullen wije gaen leren?
Mye dunckt de vrijers sijn in huis, wij moeten weder
keren.
Sollen wije weder keren,
het waer vor ons een groet spiet.
Gaet heen en halt bast en wilens
Laet een al baede maecken
En syn wat sije hefft in haer syn off sije ons in
wilt laeten.
Doen wyn al baede hadde ghemaeckt vor haer deur
Metten soe quaem die dochter aen.
Wat hefft men hir te raesen,
Ghij mocht wel gaen en bruyen u moer, Ghije en heebt
hir nyet verloeren.
Orloeff jonghe dochters dye
ger hadde eenen man...
Vrije vertaling:
Wie wilt horen zingen van vreugde een nieuw lied
Van wat er kortelings is geschied?
Ik zal U gaan verklaren
al van een mooi meiske van hier hoe dat het met haar is gevaren.
Deze dochter is met name binnen Roermond wel bekend:
Jenneke Bres is haar naam
Mocht iemand haar willen spreken.
Kapitein Petit kwam daar aan om met die dochter te kletsen.
Nadat zij enige tijd daar bij elkaar hadden gestaan
Sprak het meisje met grote vrees:
"Ik zie daar mensen komen.
Ik stel voor, laten we naar binnen gaan, zonder schromen."
Waar het meisje bang voor was, dat waren haar dienstboden,
Die vreesden om haar eer en deugd.
Wat zullen we nu krijgen?
De vrijers zijn al binnen. Wij moeten terug keren.
Zouden we weggaan, dan zouden we spijt krijgen.
Dus laten we ons plan trekken.
Laten we op onderzoek gaan
En zien wat zij van plan is en ons binnen wilt laten.
Toen zij hun opwachting hadden gemaakt voor haar deur,
Kwam het meisje al naar buiten.
"Wat is dit voor een drukte?
Gij kunt gaan en uw moeder plagen. Jullie hebben hier niets verloren."
Laat jonge dochters die aan de man willen... ...